Yep, ook ik heb van die dagen dat je hoofd gewoon nergens naar staat. De tijd tikt weg op de klok, zonder dat je er enig benul van hebt. Verveeld? Saai? Absoluut niet! Maar gewoon een beetje down. Vaak is er eigenlijk niks aan de hand én toch voel je je zo. Een remedie ertegen is chocola of hardlopen. Maar met weinig tijd of een eet-chocola-krijg-puistjes-explosie, willen die twee niet werken. Dus deed ik het anders.
Hoe? Nou, door een dag lang zoveel mogelijk te lachen naar iedereen om je heen. En het werkt! Wat ik zoal meemaakte?
Vrijdag
In de tram kwam een vrouwtje binnen met grote zware boodschappentassen en ik zat brutaal links van de twee stoeltjes. Bij het gangpad dus. Ze zocht om haar heen naar een plek, zodra ze mijn blik kruiste lachte ik en schoof er eentje opzij. Met een opgeluchte glimlach nam ze naast mij plaats en bedankte mij wel twee keer. Ook begon ze een heel klein gesprekje, over hoe zwaar haar boodschappen waren. Niet bijzonder, even wennen, maar wel aangenaam.
Vervolgens kwam ik op het station om mijn trein te pakken. Een chinees meisje stond verward om zich heen te kijken, met een treinkaartje in haar handen. Ze was duidelijk op zoek naar contact en toen ze zich naar mij wendde lachte ik weer. Ze sprak mij aan. We bleken naar dezelfde bestemming te moeten en ik glimlachte haar vrolijk toe dat ze de goede trein had en welke halte ze er uit moest. Eenmaal in de trein liep ze achter mij aan en vroeg of ze tegenover mij mocht zitten. De helft van de treinreis hebben we in gebrekkig engels/chinees/nederlands gepraat en ervaringen uitgewisseld over het openbaar vervoer. (In China is het uitzonderlijk dat je de trein pakt om ergens naar toe te gaan en dat er overal gratis Wi-Fi is) De andere helft keek ik op mijn mobieltje en liet zij via Skype het Nederlandse landchap door het treinraam aan haar vriend zien. Best bijzonder.
Zaterdag
En de tweede dag was vandaag, onderweg naar werk liep ik mijn gewoonlijke route. Voor mij liep een vrouw met een ingepakt hondje. Toen ik naast haar liep om haar in te halen sprak ze mij aan alsof ze me kende. Ik zei vrolijk gedag terug. Als vanzelf begon ze te vertellen waarom haar hond een dekje droeg (hij was al 14 jaar oud en zonder dekje zou hij verkouden worden. De wind was immers zo hard) Alsof we buren waren liep ik een stukje met haar op, tot zij rechts moest en ik rechtdoor. Ik liep een beetje verbaasd maar tevreden verder, had ze nou gedacht dat ze mij kende? Of deed ze dit spontaan? Ik vond het in ieder geval heel bijzonder.
Of dit nu allemaal toeval is, nou misschien wel. Maar wat mij opvalt is dat als je in een dipje zit, je meestal een beetje in jezelf gekeerd raakt. Tenminste ik wel. Ik staar uit het raam, zonder mij af met muziek in mijn oren en loop vooral heel hard door. Deze drie dingen stellen niks voor, behalve dan dat ik er open voor stond. Een simpele glimlach. En alhoewel het best onwennig voelde om op deze manier contact te maken met mensen (geef ik eerlijk toe) opende het wel even mijn ogen en bracht het nog meer spontane glimlachjes op mijn mond.
En alhoewel het lijkt alsof dit alles helemaal niks met hardlopen te maken heeft.
Dat heeft het stiekem toch een heel klein beetje wel. Want is het je wel eens opgevallen dat (de meeste) hardlopers altijd vrolijk even glimlachen als je elkaar kruist, zelfs al ligt je tong op de grond, dan tóch nog even een kleine vertrekking in de kaakspieren geven? Dat ‘wij’ gevoel? Dit is hetzelfde, maar dan anders.
Ben jij van nature iemand die iedereen haar lach schenkt? Wat brengt het jou?
Liefs, Kirsten