Een tweede mega hoestaanval verlaat mijn lichaam. Auw. Een licht geïrriteerde brom verlaat mijn mond. Waarom nou? Toch trek ik eigenwijs mijn hardloopschoenen aan en begeef mij richting de afgesproken plek. Het maakt mij niet uit hoe ik mij voel, die 17km moeten vandaag gelopen worden.
En dus deed ik dat. Het was heerlijk! De zon scheen, de lucht was strakblauw. Zelfs niet-hardlopers zouden spontaan om 8:00 opstaan om te gaan hardlopen, als ze voor eventjes in mijn hoofd konden mee kijken. Samen met mijn trainingsmaatje Lotte liep ik alsof we op wolken zaten, geen last, lekker tempo en gaaaan.
Tot dat verdraaide de stoplicht. Bij Lot sprong de kramp erin, bij mij de kriebelhoest. Lekker stel. Ik zie de ietwat bezorgde blik van Lotte wanneer ik geluiden maak die niet echt… alledaags te noemen zijn. Terwijl ik tussen het hoesten door naar adem hap, springt het stoplicht op groen en beginnen we weer aan ons sukkeldrafje. ‘Als het niet gaat stoppen we hoor!’ Hoor ik Lotte zeggen. ‘ Nee, nee. Lopen is beter!’ probeer ik weliswaar terug te zeggen, echter door wat ademtekort en een kriebelende hoestbui komt het er maar half uit. Toch begrijpt ze me en vervolgen we eventjes stil onze route.
Het eentonige tempo waarop we lopen (standaard rond de 10,5 km/u) brengt ons in een ritme, waarop we nog wel 20 kilometer door kunnen pakken en ondertussen allerlei verhalen met elkaar delen. Op de een of andere manier brengt het mijn ademhaling ook in een ritme, want na een aantal meters kan ik weer praten en is het kortademige weg. Ik leef weer op en we kletsen weer de oren van elkaars hoofd af.
Na 17 kilometer besluiten we niet stil te gaan staan voor een knuffel, wetende dat onze benen dan volspringen van de verzuring en het dan wel een akelige laatste paar honderd meters kunnen worden, maar nemen we al rennende afscheid en gaan ieder onze kant op. Ik ga linea directa naar het Paasontbijt dat op mij te wachten staat. Bij die gedachte alleen al begint mijn maag braaf te rommelen.
Wanneer ik bij thuiskomst mijn horloge op 17,6 km stopzet, schiet de verzuring er wat in, maar het valt me in alles mee. Ik loop vanuit de schuur door naar binnen en direct weer door naar buiten de tuin in. Eerst even op adem komen in de frisse lucht. Na tien minuten schuif ik door naar binnen om verwent te worden met een heerlijk Paasontbijt. ‘ Gaat het wel?’ is de vraag die ik van familie te horen krijg. Op dat moment besef ik dat ik weer als een gek aan het hyperen ben met mijn ademhaling. Hmmm… Eigenlijk gaat het best prima, voor iemand die net bijna achttien kilometer heeft gelopen voor de klok 10 uur heeft geslagen en die daarnaast ook nog last heeft van ontzettend vervelende kriebelhoest. Dus tja, eigenlijk gaat het best prima!
Echter verdwijnt het kortademige de dagen erna niet meer, de kriebelhoest evenmin. Het wordt alleen maar vervelender en erger, de ‘ KuipRun’ waaraan ik maandag mee zou doen laat ik schieten en dinsdag word ik, na nogal gênante niet ophoudende hoestaanvallen, door mijn collega’s naar huis gestuurd. Ik bel toch maar de dokter, het is inmiddels al de tweede keer in korte tijd dat ik een griep te pakken heb en het benauwde lijkt maar niet weg te gaan.
De volgende middag zit ik er. Ze luistert langer dan normaal naar mijn longen, terwijl ik zo hard mogelijk probeer uit te ademen als ik kan. Even lijk ik bijna te gaan omvallen, zo licht wordt ik in mijn hoofd, maar ze roept me gauw te stoppen, want dat was nou ook weer niet de bedoeling (had ik al gezegd dat ik dingen nooit half kan doen? Hihi). Ik trek mijn shirt weer aan en ga zitten op de stoel. ‘Het is duidelijk. Je hebt een virusinfectie opgelopen en die is op je longen geslagen.’ Oei. Ik merk dat mijn handen wat klam worden en er spoken alweer allerlei dingen door mijn hoofd. ‘Wanneer ik naar je longen luister, hoor ik ze heel duidelijk piepen bij je ademhaling.’ Nog een keer oei, inclusief flashback naar een mini-me van 8?9? jaar, die te horen kreeg dat ze in een beginnend stadium van astma zat. ‘Dat gepiep wijst duidelijk op astma.’ Pats. Boem. De deur slaat dicht in mijn gezicht. Voor het melodramatische effect begint mijn lichaam zich klaar te maken voor een zoveelste hoestbui inclusief hyper ademhaling. ‘Maar kan astma dan zomaar terug komen?’ is de vraag die ik stel. ‘Ja, door de virusinfectie is hij op je longen geslagen, wat bij jou je astma weer terug brengt’.
Met een recept voor een nieuwe inhalator verlaat ik de praktijk. Allang opgelucht dat het geen nare longontsteking is of wat dan ook, voel ik mij toch wat beteuterd. Al die jaren zelden last en nu ineens heb ik het weer. Het voelt een beetje raar. Als iets wat ‘van jou is’, maar je eigenlijk liever niet terug wilt.
Maandag moet ik terug komen voor controle, nu is het slechts wachten tot het virus weg gaat. Want dat gaat vanzelf. Even grinnik ik bij mijzelf wanneer ik aan haar gezicht terug denk toen ik vertelde dat ik zondag nog bijna 18km liep. Ze was helemaal verbaasd dat dat lukte. Toen ik haar dan ook voorzichtig vertelde dat ik aankomende zondag weer een wedstrijd in Rotterdam heb, was haar eerste reactie: ‘Ik weet niet of je dat wel redt hoor als ik je nu zo zie.’ Waarop mijn beteuterde gezicht als dat van een 4-jarige peuter dat geen kleurenpleister krijgt, waarop ze zei: ‘ Maar als jij voelt dat je het kan, dan zie ik geen reden om het niet te doen’ Waarop mijn blik veranderde naar die van een 4-jarige peuter die zojuist is verteld dat ‘ie niet alleen een kleurenpleister krijgt, maar ook nog een ijsje. Met drie bolletjes.
Dus daar zit ik nu dan. Met mijn nieuwe inhalator. Zondag gaat ‘ie maar mee. Het idee is nog steeds even wennen. Na jaren heb ik ineens weer astma. Ik heb geen idee voor hoe lang. Zal het weer weg trekken net zoals vroeger? Zal ik er nu dagelijks last van blijven houden? Of alleen met griep?
Toch heb ik vertrouwen in, het hardlopen leek mijn ademhaling te kalmeren afgelopen zondag en ik hoop dat dat zo blijft. Zondag ga ik het maar uit proberen, dan zal ik erachter komen. Tot die tijd houd ik mij braaf een beetje koest. Stort mij weer op mijn scriptie (want ja, ook dat proces lag even stil) en prop mijzelf vol met allerlei middeltjes en vitamines om er zo snel mogelijk boven op te zijn. Een ding weet ik wel: astma krijgt mij echt niet klein!
Zie ik jou zondag ook in Rotterdam? :)
7 Comments
Bente
9 april 2015 at 12:48Oh wat balen dat je astma terug is! Hopelijk verdwijnt ie tegelijk met je virus en kan je a.s. zondag knallen!
Daniël
9 april 2015 at 15:33Astma en sporten kunnen prima samen gaan, maar dan moet je wel van dat virus af. Succes!
hein
9 april 2015 at 19:55ik herken je verhaal helemaal. balen zeg! ik zit midden in een prednison kuur, gelukkig slaat deze aan en begin ik mijn astma weer onder controle te krijgen. en dat loopt een stuk lekkerder :). hardlopen & astma gaan prima samen verder.
succes zondag!
suzan
9 april 2015 at 20:33Wat vervelend.
Maar zo’n fit girl als jij kan de astma de baas!
Succes zondag!
Bob
10 april 2015 at 04:16Tot zondag!!
Josianne
10 april 2015 at 05:44Balen dat je astma terug is, maar ik weet als geen ander dat je prima kunt hardlopen met astma, dus het komt helemaal goed! ;)
paulien
10 april 2015 at 07:10Succes en sterkte!!
Hopelijk ben je er gauw vanaf!